Ziekte van Dupuytren
Ziekte van Dupuytren
De ziekte van Dupuytren is een aandoening waarbij er bindweefselstrengen ontstaan onder de huid van uw handpalm en vingers. De ziekte van dupuytren is dus niet gevaarlijk. Dit bindweefsel komt normaal gezien overal voor in het lichaam. Specifiek gaat het bij dupuytren over collageen III weefsel. Bij de ziekte van dupuytren gaat dit weefsel dikker worden en groeien. Op de plaatsen met dik bindweefsel voelt u knobbels of strengen in de handpalm of vingers.
Naar verloop van tijd trekken deze bindweefselstrengen samen, waardoor de vingers krommer komen te staan en u de vingers niet meer kan strekken. U krijgt een klauwhand.
De ziekte van Dupuytren werd in 1831 voor het eerst beschreven en met een operatie behandeld door baron Guillaume Dupuytren in Parijs. De ziekte is vernoemd naar hem.
Andere namen van dupuytren zijn dupuytren contractuur, koetsiershand, vikinghand of correcter fibromatosis palmaris. Dit kan ook voorkomen op andere plaatsen in het lichaam: op de voeten (Lederhosen), penis (peyronie), kneukels (garrod).
Ik verwijs graag naar de website https://www.dupuytren-online.info/ – Hier is veel relevante en correcte info te vinden.
Waardoor ontstaat de ziekte van Dupuytren?
De reden voor het ontstaan van dupuytren is niet bekend. Het bestaat uit een afzetting van collageen 3 weefsel door myofibroblasten. De ziekte is genetisch en er zijn wel enkele risico factoren bekend.
Het is zo dat bij een onderzoek in België bij ongeveer 1/3 van de mensen dupuytren kenmerken in de hand gevonden werden.
Gekende risico factoren:
- Leeftijd is een belangrijke risicofactor. De ziekte neemt progressief toe bij het ouder worden.
- Roken/nicotine: Is een versnellende factor van het ziekteproces.
- Overmatig alcohol gebruik
- Diabetes mellitus
- Epilepsie
- Handtrauma
- Mannen: de ziekte komt ongeveer 6x vaker voor bij mannen dan vrouwen.
Dupuytren is meestal pijnloos. Het meest opvallend symptoom zijn nodules en strengen in de handpalm en vingers. Naar verloop van tijd gaan de vingers krommer staan.
Vaak voorkomende problemen zijn bijvoorbeeld de hand niet plat op de tafel kunnen leggen, moeite met het aandoen van handschoenen of de handen in de zakken steken. Problemen bij handigheid en handfunctie.
De diagnose wordt typisch gesteld op basis van een goed klinisch onderzoek door uw arts.
Het nemen van radiografische opnames is interessant om eventuele gewrichtsschade in het licht te stellen.
In milde stadia is het nuttig om een afwachtende houding aan te nemen.
Je blijft altijd drager van de ziekte en deze kan telkens terugkeren. De boodschap is enkel te behandelen als je echt hinder hebt van de strengen en contractuur. Wij hanteren meestal een gemeten contractuur van een 40-tal graden als grens voor het opstarten van een operatie.
Rookstop is alvast essentieel gezien dit de ziekte en het terugkeren ervan versnelt.
Spalken of infiltraties hebben geen duurzaam effect.
Percutane naald fasciotomie (needling):
Bij deze techniek gaan we de meest ernstige strengen met een naald doorprikken onder lokale verdoving zodat de vinger terug gestrekt kan worden. De knobbeltjes zelf worden niet verwijderd.
Het voornaamste voordeel is dat dit weinig invasief en weinig risicovol is. Het kan uitgevoerd worden op de raadpleging onder lokale verdoving. Er is weinig littekenvorming te verwachten en er is een zeer snel herstel. Dit kan ook herhaald worden zo nodig en is een beetje te zien als een soort onderhoudsbehandeling om het strekken goed te behouden.
Het nadeel is dat de streng niet weggenomen wordt en er dus een sneller recidief optreedt. In verschillende onderzoeken wordt een terugkeer van 20° contractuur gezien bij 60% na 3 jaar en tot 85% na 5 jaar. Er zijn ook enkele risico’s. Meest frequent is het inscheuren van een stukje huid (wat snel geneest – zie ook onderstaande foto). In 3% van de gevallen kan een klein zenuwletsel van de vinger voorkomen. Zie https://www.dupuytren-online.info/NA_side_effects.html .
Chirurgie:
Bij de chirurgie worden de volledige strengen en het abnormale weefsel onder zicht van de microscoop zorgvuldig verwijderd. Bij een fasciectomie kunnen verschillende soorten incisies worden gebruikt, maar vaak wordt een “zigzag” -incisie gemaakt langs de natuurlijke plooien in de hand.
Na uw operatie wordt tot de eerste consultatie een gips aangelegd in gestrekte stand van de vinger.
Deze ingreep geeft goede resultaten, maar heeft de nodige postoperatieve zorg nodig.
Omdat er vaak een tekort is aan huid, kiezen we ervoor om in de handpalm een stukje van de huid open te laten, waar zeer snel nieuwe huid in groeit. Dit noemt de techniek van McCash. Dit geeft enkele voordelen, omdat er vaak een huid tekort bestaan en er zo nieuwe huid terug groeit, ook kan de lokale nabloeding spontaan evacueren in het verband en is er minder zwelling.
Het is uitermate belangrijk om nadien goede wondzorg toe te passen en intensieve kinesitherapie te volgen om de hand en vingers vlot te revalideren.
Ik adviseer ten stelligste bij een gespecialiseerde handkinesitherapeut in therapie te gaan.
Wij kunnen u hierin helpen en adviseren. Na de ingreep krijgt u de gedetailleerde instructies voor de wondzorg en kinesitherapie mee naar huis.
- Het verband blijft dicht tot de eerste controle.
- Het wondzorgschema en de voorschriften met materiaal worden meegegeven bij de operatie.
- U dient een afspraak te maken 1 week na de operatie bij een kinesist (bij voorkeur gespecialiseerd in handtherapie, dit kan in het ziekenhuis.).
- Indien de kinesist geen wondzorg uitvoert dient een thuisverpleegster gecontacteerd te worden voor de wondzorg.
- Een afneembare strekspalk wordt gemaakt op de eerste raadpleging. Deze dient 2 maand ’s nachts gedragen te worden.
- Pijnmedicatie zie onderstaand.
- Als u goed onstekingsremmers verdraagt zijn deze zeer nuttig gedurende de eerste week na de operatie.
- U mag voor de operatie reeds starten met vitamine C.
Risico’s na de ingreep:
Recidief:
Het terugkeren van de strengen (vaak na enkele jaren) is niet onfrequent.
Stijfheid:
De vingers zullen de eerste weken effectief wat stijver zijn. Het is belangrijk om hiervoor goede kinesitherapie te volgen.
Zwelling:
Te verwachten – De eerste dagen na de ingreep wordt gevraagd om de hand hoog te houden. Dit om het opzwellen van de vingers te vermijden. Ook het bewegen van de vingers heeft een ontzwellend effect (pompmechanisme). Hiernaast kan ijs geappliceerd worden in periodes van 20 minuten. Ontstekingsremmers hebben een ontzwellend effect (vb Brufen/diclofenac), maar mogen enkel genomen worden na advies van je arts en bij afwezigheid van contra-indicaties (vb. Maagzweer, nierfalen, etc).
Afknellende Gips
Kan voorkomen – Indien er teveel zwelling optreedt, en de vorige adviezen geen baat hebben, adviseren we om de windel te relaxeren bij het handverband of zelfs het handverband af te nemen.
Ook de windel bij een open gips kan gerelaxeerd worden.
Indien dit niet helpt, of onmogelijk is, kan je onmiddellijk terecht op onze dienst (09 246 73 00 ) (gipskamer) binnen de werkuren of op de dienst spoedgevallen (09 246 98 00).
Nabloedende wonde:
Dit komt wel voor, maar dit vormt meestal geen grote problemen. Het postoperatieve handverband dient om de nabloeding op te vangen. Gebruik ijsapplicatie – hoogstand en neem kortstondig onstekingsremmende medicatie (als er geen tegen – indicaties zijn hiervoor).
Infectie:
Zeldzaam, doch frequenter bij rokers en diabetici. Alarmeer uw arts of spoedgevallen dienst onmiddellijk bij significant toenemende pijn, koorts (>38.5°C), Een etterende wonde of toenemende en uitbreidende roodheid.
Letsels aan nabij gelegen zenuwen
Zeldzaam, doch kan voorkomen bij deze ingreep. Soms treedt er tijdelijk gevoelsverlies op doordat de dupuytren strengen soms los gemaakt moeten worden van de zenuwen.
Let op: Na een lokale verdoving kan de hand of arm tot 24 uur verdoofd zijn!
Letsels aan nabij gelegen bloedvaten:
Zeldzaam
CRPS reactie of algodystrofie:
Zeldzaam en niet specifiek.
Een gevoelig of hard litteken:
Dit treedt soms op en is ook een stuk afhankelijk van de genetische aanleg van de patiënt. De natuurlijke evolutie van een litteken aan de hand is om zachter te worden na een viertal maanden. Geduld is dus belangrijk.
- Tips (enkel te starten na wondheling!):
- Masseer het litteken na genezing vaak in, om het los te maken.
- Bedek het litteken met silicone (vb Mepitac tape).
- Gebruik hydraterende crèmes
- Bescherm uw litteken voor de zon
Duimartrose - Duimprothese
Duimartrose
Duimartrose, duimbasisartrose , Rhizartrose of CMC1 artrose zijn verschillende benamingen voor eenzelfde problematiek. Het betreft een artrose of slijtage van het duimbasis gewricht.
Dit komt vaak voor bij veroudering en belasting van de duim. Dit is zeer frequent: het komt voor bij 5.8% van de mannen en 7.3% van de vrouwen boven de 50 jaar en stijgt tot een frequentie van 25% in mannen en 40% in vrouwen boven de 70 jaar oud.
Het treedt op wanneer kraakbeen wegslijt van de uiteinden van de botten die het gewricht aan de basis van uw duim vormen – ook bekend als het carpometacarpale (CMC) gewricht.
Duimartrose kan ernstige pijn, zwelling en verminderde kracht veroorzaken ter hoogte van de duim. Dit kan belangrijke hinder geven bij bijvoorbeeld het openen van potten of het openen van deurknoppen. De behandeling omvat over het algemeen een combinatie van medicatie en spalken. Bij ernstige symptomen zijn er meerdere operatieve opties.
Symptomen
Pijn is het eerste en meest voorkomende symptoom. Ook het kraken of crepiteren van het duimbasis gewricht kan zeer opvallend zijn. De pijn treedt voornamelijk op als u kracht probeert te zetten met de duim of een voorwerp vastneemt.
Typische symptomen:
Zwelling en pijn aan de basis van de duim en pols
Krakend gevoel of geluid bij het bewegen van de duimbasis
Verminderde kracht bij het knijpen of vastpakken van voorwerpen
Verminderd bewegingsbereik
Uitstulping en opzetting aan de basis van de duim
Diagnose
De diagnose wordt typisch gesteld op basis van een goed klinisch onderzoek door uw arts.
De diagnose wordt hierna bevestigd door radiografische opnames.
Opgelet:
- Niet iedereen met duimartrose heeft hier last van – tot 50% van de mensen met een duimartrose hebben hier geen last. Een goed klinisch onderzoek is dus essentieel om zeker te zijn dat uw last wel degelijk van de duimartrose afkomstig is.
- Wij laten graag de opnames in ons centrum nemen – omdat er specifieke opnames gevraagd worden, waarbij ook beide duimen vergeleken worden.
- Andere onderzoeken zijn enkel aan te raden na onderzoek van uw arts (MRI/CT/ECHO etc) of bij twijfel over de diagnose.
Conservatieve behandelingen
Pijnmedicatie
In milde stadia kan pijnmedicatie aangewezen zijn.
Typisch adviseren wij de combinatie van een ontstekingswerend middel (ibuprofen, mobic, diclofenac, voltaren,..) met klassieke pijnstilling (paracetamol, dafalgan). De combinatie hiervan versterkt tevens de werking. Langdurig ontstekingsremmende medicatie nemen kan echter wel tot problemen van maag of nieren lijden.
Er bestaan ook kraakbeensupplementen of natuurlijke middelen waarvan een wisselend effect verwacht kan worden. Dit kan besproken worden met je arts.
(nacht-)spalk
De gouden standaard en basis voor behandeling van een pijnlijke duimbasis artrose is het gebruik van een nachtelijke spalk. Een correcte spalk ondersteunt het gewricht en geeft het pijnlijke en ontstoken gewricht tijd om te rusten en ontzwellen tijdens de nacht. Op deze manier kunnen de meest ernstige pijnen vaak goed gecontroleerd worden. Tijdelijk kunnen deze spalken ook bij belasting gedragen worden.
Ergonomie
Aanpassing van ergonomie en belasting kan een belangrijk effect hebben en deze begeleiding wordt door onze ergotherapeuten en kinesitherapeuten voorzien.
Infiltraties
Injecties met een cortisone worden als laatste redmiddel aanbevolen. Vaak geeft dit een tijdelijke verlichting van de pijn en ontsteking.
Duimprothese
Bij hardnekkige klachten kan gekozen worden voor het plaatsen van een duimbasis prothese of duimprothese
Het plaatsen van een duimprothese voorbeeld
Bij deze operatie wordt het versleten gewricht vervangen door een kunstgewricht of prothese. Dit is analoog aan het plaatsen van een mini – heupprothese (kommetje – nekje – steeltje).
Deze operatie kan minimaal invasief en spiersparend uitgevoerd worden en leidt tot een vrij snelle revalidatie met goede terugkeer van mobiliteit en functie.
Het type prothese dat geplaatst wordt is de touch prothese (meer info hier).
Resultaat na het plaatsen van een duimprothese
Na het plaatsen van een duimprothese wordt standaard een tweetal weken gips voorzien om de wonde te laten genezen en stabiliteit te bieden aan de weefsels rondom de prothese.
Nadien kan er gestart worden met oefeningen, maar wordt tot 6 weken na de procedure een beschermend spalkje gedragen welke aan en afgenomen kan worden.
In principe kan de hand zeer snel weer gebruikt worden voor kleine taken.
Bij het uitvoeren van een trapezectomie of artrodese wordt een gipsduur van ongeveer 8 weken voorzien.
Andere operaties:
Indien er ook artrose optreedt van de omliggende gewrichten (tussen scaphoid en trapezium) is het plaatsen van een prothese soms niet meer mogelijk. Hierbij wordt geopteerd voor een klassieke trapezectomie met ligament recontstructie (burton-pelligrini of weilby operatie). Hierbij wordt het trapezium beentje volledig verwijderd en wordt een reconstructie uitgevoerd door een pees ter stabilisatie in te weven.
Andere opties bestaan uit het vastzetten van het duimbasis gewricht (artrodese).
Of een osteotomie = correctie van het gewricht, bij jonge mensen met dysplasie en nog weinig slijtage .
Nazorg
Na het plaatsen van een duimprothese wordt standaard een tweetal weken gips voorzien om de wonde te laten genezen en stabiliteit te bieden aan de weefsels rondom de prothese.
Nadien kan er gestart worden met oefeningen, maar wordt tot 6 weken na de procedure een beschermend spalkje gedragen welke aan en afgenomen kan worden.
In principe kan de hand zeer snel weer gebruikt worden voor kleine taken.
Bij het uitvoeren van een trapezectomie of artrodese wordt een gipsduur van ongeveer 8 weken voorzien.
Potentiële problemen
- Zwelling
Te verwachten – De eerste dagen na de ingreep wordt gevraagd om de hand hoog te houden. Dit om het opzwellen van de vingers te vermijden. Ook het bewegen van de vingers heeft een ontzwellend effect (pompmechanisme). Hiernaast kan ijs geappliceerd worden in periodes van 20 minuten. Ontstekingsremmers hebben een ontzwellend effect (vb Brufen/diclofenac), maar mogen enkel genomen worden na advies van je arts en bij afwezigheid van contra-indicaties (vb. Maagzweer, nierfalen, etc).
- Afknellende Gips
Kan voorkomen – Indien er teveel zwelling optreedt, en de vorige adviezen geen baat hebben, adviseren we om de windel te relaxeren bij het handverband of zelfs het handverband af te nemen.
Ook de windel bij een open gips kan gerelaxeerd worden.
Indien dit niet helpt, of onmogelijk is, kan je onmiddellijk terecht op onze dienst (09 246 73 00 ) (gipskamer) binnen de werkuren of op de dienst spoedgevallen (09 246 98 00).
- Nabloedende wonde
Zeldzaam, maar dit vormt meestal geen grote problemen. Het postoperatieve handverband dient om de nabloeding op te vangen. Gebruik ijsapplicatie – hoogstand en neem kortstondig onstekingsremmende medicatie (als er geen tegen – indicaties zijn hiervoor).
- Infectie
Zeldzaam, doch frequenter bij rokers en diabetici. Alarmeer uw arts of spoedgevallen dienst onmiddellijk bij significant toenemende pijn, koorts (>38.5°C), Een etterende wonde of toenemende en uitbreidende roodheid.
- Letsels aan nabij gelegen zenuwen – Zeer zeldzaam bij deze ingreep
Soms treedt er tijdelijk gevoelsverlies op door spanning van het verband of zwelling. Leg het hand hoger, relaxeer de windel van het verband, appliqueer ijs of neem contact op met onze dienst wanneer u zich zorgen maakt.
Let op: Na een lokale verdoving kan de hand of arm tot 24 uur verdoofd zijn!
- Letsels aan nabij gelegen bloedvaten – zeldzaam bij deze ingreep
- CRPS reactie of algodystrofie – Zeldzaam en niet specifiek.
- Een gevoelig of hard litteken
Dit treedt soms op en is ook een stuk afhankelijk van de genetische aanleg van de patiënt. De natuurlijke evolutie van een litteken aan de hand is om zachter te worden na een viertal maanden. Geduld is dus belangrijk.
- Tips (enkel te starten na wondheling!):
- Masseer het litteken na genezing vaak in, om het los te maken.
- Bedek het litteken met silicone (vb Mepitac tape).
- Gebruik hydraterende crèmes
- Bescherm uw litteken voor de zon
-Falen van de prothese
Algemeen worden met de moderne prothesen een langdurige overleving gezien van meer dan 95%. Risico’s kort na de ingreep zijn het loslaten van de cupje of breken van het trapezium (enkele procenten) of infectie. Dit is eerder zeldzaam.
- Ontwrichting van de prothese – wordt met het nieuwe type prothese zeer zelden gezien.
Carpaal tunnel syndroom
Carpaal tunnel syndroom
Carpaal tunnel syndroom wordt veroorzaakt door een inklemming van de handwortel zenuw of nervus medianus ter hoogte van de carpaal tunnel. De carpale tunnel of het handwortel kanaal wordt in de bodem omgeven door de handbeentjes en aan de bovenzijde overspannen door het transvers carpale ligament. Het is een zeer frequente aandoening en komt voor bij ongeveer 5% van de populatie.
Presentatie Dr. Cromheecke(de medische kring): https://www.mariamiddelares.be/public/Endoscopische-carpaal-tunnel-dr.-Michiel-Cromheecke.pdf
Symptomen
Wanneer deze zenuw wordt samengedrukt, veroorzaakt dit gevoelloosheid, tintelingen en zwakte in de hand en arm.
Tintelingen of gevoelloosheid:
U kunt tintelingen en gevoelloosheid in de vingers of hand opmerken. Meestal zijn deze tintelingen voelbaar in de wijsvinger, middelvinger of ringvinger en duim. Maar typisch niet de pink. Doch er kan veel variatie optreden.
(Nachtelijke) Pijn:
Bij sommige mensen presenteert carpaal tunnel zijn vooral als een pijn en kram in de hand en onderarm. Het voorkomen van nachtelijke pijn waarvan je wakker wordt is zeer typisch voor het carpaal tunnel syndroom.
Veel mensen “schudden” hun handen om hun symptomen te verlichten. Het verdoofde gevoel kan in de loop van de tijd constant worden.
Zwakte gevoel en onhandigheid:
U kunt zwakte in de hand ervaren en voorwerpen laten vallen. Dit kan te wijten zijn aan de gevoelloosheid in de hand of zwakte van de knijpspieren van de duim. Sommige mensen hebben moeite met het dichtknopen van voorbeeld knopjes.
Diagnose
De diagnose wordt gesteld door uw arts door het combineren van klinische testen en uitlokkingstesten.
De diagnose kan bevestigd worden met een EMG onderzoek of geleidingsonderzoek, doch houdt er rekening mee dat tot 20% van de EMG onderzoeken vals negatief kunnen zijn.
Bij twijfel kan er gebruik gemaakt worden van gespecialiseerde Echografie, waarmee de insnoering van de zenuw gezien kan worden.
Conservatieve behandelingen
Conservatieve behandelingen bestaan uit het aanpassen van de houding en ergonomie van de pols. Door niet meer te slapen met een geplooide pols, is er snachts minder afknelling van de zenuw. Dit kan eventueel door het dragen van een nachtelijke brace of spalk.
Hiernaast kunnen zenuw glijdings-oefeningen uitgevoerd worden.
Een infiltratie met cortisone is meestal zeer efficiënt bij een mild carpaal tunnel syndroom. Op lange termijn keren de symptomen echter vaak terug. Deze infiltratie ontzwelt de slijmvliezen in de carpale tunnel, waardoor de zenuw terug meer ruimte krijgt. Het gebruik van cortisone wordt wel tegen-geadviseerd bij sommige patiëntengroepen, zoals patiënten met diabetes.
Als deze behandelingen onvoldoende effect hebben of bij reeds ernstige carpaal tunnel syndromen is een operatieve behandeling aangewezen. Langdurige inklemming van de zenuw leidt immers tot onomkeerbare zenuwschade (axonale degeneratie) en blijvend kracht – of gevoelsverlies.
Er worden twee operatieve technieken aangeboden binnen ons team. Beide ingrepen worden aangeboden in dagopname onder lokale of regionale verdoving. Na de ingreep kan je onmiddellijk je hand bewegen en mag je vrij snel terug naar huis. Indien je een algemene narcose wil, dan is dit mogelijk, maar het verlengt wel de opnameduur gedurende de dag.
Endoscopische carpaal tunnel release (kijkoperatie)
Hierbij wordt een klein gaatje gemaakt in de huid van een polsplooi en wordt nadien het transvers carpale ligament van binnen uit geopend met een endoscopisch mesje. Dit gebeurt onder het zicht van een camera.
De huid dient niet gesloten te worden met een draadje en geneest spontaan na enkele dagen.
Het voordeel is een zeer snel herstel. Na de operatie mag je de hand onmiddelijk bewegen.
Endoscopische carpaal tunnel operatie – video met uitleg
Deze techniek wordt frequent gebruikt en is veilig. Belangrijke complicaties van deze techniek (0.2%) en de klassieke techniek zijn zeldzaam. De voordelen van een endoscopische techniek zijn een snellere revalidatie, minder litteken gevoeligheid en een spontaan genezend litteken, alsook een snellere mogelijke terugkeer naar de dagelijkse activiteiten.
Echter komt niet iedereen in aanmerking voor een endoscopische techniek. Dit kan je bespreken met je arts.
Wondje na drie dagen
Open carpaal tunnel release (klassieke ingreep)
Hierbij wordt een insnede gemaakt in de handpalm (ongeveer 3 a 4 cm) bovenliggend aan het afknellende transvers carpale ligament. Dit ligament wordt zorgvuldig geopend en de nervus medianus is niet langer afgekneld.
Nadien wordt de huid gesloten met enkele hechtingen en wordt een handverband aangelegd.
Na de operatie mag je de hand onmiddelijk bewegen.
Nazorg
Voor beide operaties wordt na de ingreep een handverband aangelegd. Dit verband kan na enkele dagen verwijderd worden. (meestal na 3-5 dagen). De vingers moeten na de operatie onmiddellijk volledig bewogen worden.
Bij beide ingrepen kan het wondje na enkele dagen bedekt worden met een eenvoudige pleister (type opsite of dergelijke).
– De wonde van de endoscopische release geneest spontaan na enkele dagen.
– Bij de open carpaal tunnel release dienen de hechtingen na 12-14 dagen verwijderd te worden.
Wij adviseren wel om gedurende 4 weken geen zware gewichten te heffen met de geopereerde hand, zeker niet met een gebogen pols. Ook trekken met de vingers wordt best vermeden.In principe kan de hand zeer snel weer gebruikt worden voor kleine taken. Echter kan de handpalm soms gevoelig blijven tot 3-4 maanden na de ingreep – en kan het ook zolang duren voor de kracht terug volledig terugkeert.
Potentiële risico’s:
- Afknellend verband of Gips
Komt soms voor – Indien er teveel zwelling optreedt, en de vorige adviezen geen baat hebben, adviseren we om de windel te relaxeren bij het handverband of zelfs het handverband af te nemen.
Ook de windel bij een open gips kan gerelaxeerd worden.
Indien dit niet helpt, of onmogelijk is, kan je onmiddellijk terecht op onze dienst (09 246 73 00 ) (gipskamer) binnen de werkuren of op de dienst spoedgevallen (09 246 98 00).
- Nabloedende wonde
Niet onfrequent, maar dit vormt meestal geen grote problemen. Het postoperatieve handverband dient om de nabloeding op te vangen. Gebruik ijsapplicatie – hoogstand en neem kortstondig onstekingsremmende medicatie (als er geen tegen – indicaties zijn hiervoor).
- Infectie
Zeer zeldzaam, doch frequenter bij rokers en diabetici. Alarmeer uw arts of spoedgevallen dienst onmiddellijk bij significant toenemende pijn, koorts (>38.5°C), Een etterende wonde of toenemende en uitbreidende roodheid.
- Letsels aan de zenuw
Zeer zeldzaam. 0.49% voor open techniek en 0.19% voor de endoscopische techniek.
- Letsels aan nabij gelegen bloedvaten
Zeer zeldzaam
- CRPS reactie
Zeldzaam en niet specifiek.
- Een gevoelig litteken of handkussentje
frequenter, maar verdwijnt normaal spontaan na 3 tot 4 maand.
Springvinger of knipmesvinger
Springvinger of knipmesvinger (Engels: Triggerfinger) is een zeer frequent probleem. Het word ook stenoserende tenosynovitis genoemd en treedt op door een ontsteking van de ruimte rondom de buigpees in de aangedane vinger. Hierdoor verdikt deze pees verder en kan deze niet meer door de spanbandjes (pulleys) kan glijden.
Mensen wiens werk of hobby’s repetitieve grijphandelingen vereisen, lopen een groter risico om een triggervinger te ontwikkelen. De aandoening komt ook vaker voor bij vrouwen en bij iedereen met diabetes.
Een klinisch onderzoek moet de juiste diagnose toelaten. Een inspuiting kan overwogen worden. Bij ernstige of terugkerende hinder moet een heelkundige ingreep uitgevoerd worden.
Symptomen
In de eerste stadia is er eerder sprake van een pijn aan de basis van de vinger bij druk, en moeite bij buigen en strekken van de vinger. Dit komt dan door een toename van de ontsteking rondom deze buigpezen. In latere stadia kan de vinger ook gaan blokkeren.
Vaak voorkomende symptomen:
- Stijfheid van de vinger, vooral s’ ochtends.
- Een klikkend gevoel terwijl u uw vinger beweegt
- Gevoeligheid/pijn aan de basis van de vinger
- Pijn in het eerste vingerkootje bij buigen en strekken van de vinger.
Springvinger kan elke vinger beïnvloeden, inclusief de duim. Er kan meer dan één vinger tegelijk worden aangetast en beide handen kunnen hierbij betrokken zijn. Triggering is meestal meer uitgesproken in de ochtend, terwijl u een voorwerp stevig vastpakt of wanneer u uw vinger strekt.
Diagnose
Een correct klinisch onderzoek leidt meestal tot de juiste diagnose. Bij twijfel kan een echografie overwogen worden.
Conservatieve behandelingen
Een infiltratie van de peesschede met cortisone kan overwogen worden bij een eerste aanmelding van springvinger. Deze infiltraties zijn zeer succesvol in ongeveer 80% van de gevallen, maar spijtig genoeg keert het probleem binnen het jaar terug in ongeveer 60% van de gevallen.
Veel hangt af van de graad, type springvinger en co-morbiditeiten. Dit kan je tijdens de consultatie bespreken.
Wij bieden afhankelijk van het stadium enkele opties aan voor het behandelen van deze aandoening:
De klassieke open springvinger release en tenolyse van de buigpezen:
Hierbij wordt een klein insnede gemaakt volgens de huidlijnen, ter hoogte van de Eerste pulley of spanbandje. Deze wordt open gemaakt en eventuele verklevingen tussen de pezen worden losgemaakt. Nadien wordt de huid gesloten met enkele hechtingen.
De minimaal invasieve Springvinger release onder echografie:
Hierbij dient geen insnede gemaakt te worden. Via een klein gaatje wordt de eerste pulley geopend met een hiervoor speciaal ontworpen mesje. Dit alles gebeurt onder echografische controle. Deze techniek kan echter wel enkel uitgevoerd worden bij springvingers met duidelijke blokkage, zonder voorbestaande contractuur.
Dr. Cromheecke is een van de beschrijvers van deze techniek – en het artikel kan hier terug gevonden worden: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/34446675/
Video techniek echografisch geleide springvinger release
Ulnaire slip resectie (zoals beschreven door Leviet et al.)
Bij patiënten met een ernstige zwelling van de pezen en contractuur van het proximaal interfalangeaal gewricht, is het soms onvoldoende om enkel het eerste spanbandje van de peesschede te openen en de pezen los te maken. Dit komt omdat de twee buigpezen blokkeren ten opzichte van elkaar. Dit heeft te maken met de anatomie, waarbij de diepe buigpees doorheen de oppervlakkige buigpees loopt. In dit geval kan het nuttig zijn om de helft van de oppervlakkige pees te verwijderen (ulnaire slip resectie). Dit klinkt zeer invaliderend, maar heeft quasi geen invloed op uw kracht. Nadien kunt u terug elke beweging uitvoeren. Hiervoor dienen twee kleine incisies gemaakt te worden en deze worden nadien gesloten met enkele suturen. Het eerste artikel hierover kan hier terug gevonden worden: https://pubmed.ncbi.nlm.nih.gov/15234502/
Foto 16 dagen na percutane echogeleide springvinger release
Elk van de drie ingrepen kan onder lokale verdoving uitgevoerd worden en nadien wordt u geadviseerd om snel volledige bewegingen met de vinger te maken.
- U wordt geadviseerd om snel volledige bewegingen met de vinger te maken (Volledige bewegingen: dit wil zeggen de vinger volledig sluiten en opnieuw volledig strekken – zie document voor info – Info document bewegen vingers).
- Er wordt een handverband aangelegd voor 24 uur (dit voor het nabloeden op te vangen). Dit verband kan de dag na de operatie volledig verwijderd worden.
- De wonde kan bedekt worden met een eenvoudige pleister. Echter als deze droog is, mag deze zelf bloot gelaten worden aan de lucht en kan je het wondje dagelijks ontsmetten met hexomedine.
- De wonde van de echografische techniek geneest spontaan na enkele dagen.
Bij de andere technieken dienen de hechtingen na 12-14 dagen verwijderd te worden. - In principe kan de hand zeer snel weer gebruikt worden voor kleine taken.
Potentiële risico’s:
- Een gevoelig of hard litteken:
Dit treedt soms op en is ook een stuk afhankelijk van de genetische aanleg van de patiënt. De natuurlijke evolutie van een litteken aan de hand is om zachter te worden na een viertal maanden. Geduld is dus belangrijk.
Tips (enkel te starten na wondheling!):
-
- Masseer het litteken na genezing vaak in, om het los te maken.
- Bedek het litteken met silicone (vb Mepitac tape).
- Gebruik hydraterende crèmes
- Bescherm uw litteken voor de zon
- Zwelling:
Te verwachten – De eerste dagen na de ingreep wordt gevraagd om de hand hoog te houden. Dit om het opzwellen van de vingers te vermijden. Ook het bewegen van de vingers heeft een ontzwellend effect (pompmechanisme). Hiernaast kan ijs geappliceerd worden in periodes van 20 minuten. Ontstekingsremmers hebben een ontzwellend effect (vb Brufen/diclofenac), maar mogen enkel genomen worden na advies van je arts en bij afwezigheid van contra-indicaties (vb. Maagzweer, nierfalen, etc).
- Afknellend verband of Gips
Komt soms voor – Indien er teveel zwelling optreedt, en de vorige adviezen geen baat hebben, adviseren we om de windel te relaxeren bij het handverband of zelfs het handverband af te nemen.
Ook de windel bij een open gips kan gerelaxeerd worden.
Indien dit niet helpt, of onmogelijk is, kan je onmiddellijk terecht op onze dienst (09 246 73 00 ) (gipskamer) binnen de werkuren of op de dienst spoedgevallen (09 246 98 00).
- Nabloedende wonde
Niet onfrequent, maar dit vormt meestal geen grote problemen. Het postoperatieve handverband dient om de nabloeding op te vangen. Gebruik ijsapplicatie – hoogstand en neem kortstondig onstekingsremmende medicatie (als er geen tegen – indicaties zijn hiervoor).
- Infectie:
Zeldzaam, doch frequenter bij rokers en diabetici. Alarmeer uw arts of spoedgevallen dienst onmiddellijk bij significant toenemende pijn, koorts (>38.5°C), Een etterende wonde of toenemende en uitbreidende roodheid.
- Letsels aan nabij gelegen zenuwen
Zeer zeldzaam bij deze ingreep.
Soms treedt er tijdelijk gevoelsverlies op door spanning van het verband of zwelling. Leg het hand hoger, relaxeer de windel van het verband, appliqueer ijs of neem contact op met onze dienst wanneer u zich zorgen maakt.
Let op: Na een lokale verdoving kan de hand of arm tot 24 uur verdoofd zijn!
- Letsels aan nabij gelegen bloedvaten
Zeer zeldzaam bij deze ingreep
- CRPS reactie of algodystrofie
Zeldzaam en niet specifiek.